Ouders en seksuele opvoeding: van ongemak naar vanzelfsprekendheid
Mediadebatten over seksuele vorming geven soms het beeld dat ouders zeer van elkaar verschillen als het gaat over seksuele opvoeding. Maar is dat wel zo? In dit kwalitatieve onderzoek interviewden we 53 ouders met diverse achtergronden over de seksuele opvoeding van hun kinderen. We hoorden meer overeenkomsten dan verschillen in zorgen, waarden en behoeften. Ouders gaven aan dat ze seksuele opvoeding belangrijk vonden maar niet altijd eenvoudig te realiseren. Ze willen hun eigen morele regels doorgeven, maar hun kinderen ook leren om zich te bewegen in de veelvormige Nederlandse samenleving. Ze hebben behoefte aan advies waarbij hun waarden en hun positie als ouders gerespecteerd worden.
We hebben extra aandacht besteed aan het werven van ouders met diverse demografische achtergronden, om van hen een diversiteit aan waarden en praktijken te horen en ook geluiden op te vangen die nog vaak ongehoord blijven. De inzichten uit dit onderzoek kunnen helpen om beter te begrijpen hoe ouders naar seksuele opvoeding kijken en om met ouderavonden en andere interventies beter aan te sluiten bij de waarden, opvoedpraktijken en behoeften van alle ouders.
Wat is seksuele opvoeding?
Seksuele opvoeding omvat alles wat ouders/verzorgers bijdragen aan begeleiding van hun kinderen rondom hun relationele en seksuele ontwikkeling, bewust en onbewust, verbaal en non-verbaal. Het gaat niet alleen over ‘het gesprek’, maar ook over normen die er zijn en voorbeeldgedrag van ouders. Bijvoorbeeld: liggen er tampons op de wc, knuffelen ouders elkaar in het bijzijn van kinderen, hoe gaat het gezin om met bloot zijn in huis? Hoe reageert een ouder op verhalen over bijvoorbeeld een tienerzwangerschap of transgender personen op televisie? Geeft een ouder antwoord als een kind vraagt waar baby’s vandaan komen? Reageert een ouder als een puber zegt dat een klasgenoot ‘echt een homo’ is? Op al deze momenten geven ouders hun kind boodschappen mee over seksualiteit (De Graaf, 2013). Daarnaast krijgen kinderen ook van andere mensen informatie en boodschappen mee, zoals van familieleden, vrienden en via sociale media. Ook op school krijgen kinderen informatie, want scholen hebben een wettelijke verplichting om relationele en seksuele vorming te geven. De meeste ouders (90 procent) vinden dit prima (De Graaf et al., 2024; zie ook haar artikel over de Monitor Seksuele Gezondheid in dit nummer).
Heel belangrijk maar niet eenvoudig
Ouders vinden de seksuele opvoeding van hun kinderen belangrijk. Ze vinden dat zij hier zelf de belangrijkste rol in spelen (De Graaf, 2013; Noorman et al., 2023). Ouders willen op de hoogte zijn van wat hun kind doet, ook als het gaat om gedrag waar ze niet achter staan (Schalet, 2011). Verder zien ze praten over seksualiteit als belangrijk middel voor het overdragen van informatie en opvattingen. In theorie willen ouders proactief het gesprek aangaan, maar in de praktijk reageren ze vaak pas als hun kind een vraag stelt (Noorman et al., 2023). Dit komt deels doordat ze zich onzeker voelen over hun kennis en vaardigheden. Ze worstelen met vragen als: hoeveel vertel ik, op welke leeftijd en op welke manier? Ze passen de onderwerpen aan naarmate hun kind ouder wordt (De Graaf et al., 2024). Sommige ouders denken dat ze hun kinderen voldoende begeleid hebben tijdens de opvoeding, terwijl dat niet altijd het geval hoeft te zijn (De Graaf, 2013).
Naast de schroom van ouders als barrière om over seksualiteit te praten met hun kind, spelen maatschappelijke normen rondom seksuele opvoeding een rol. Zo houden ouders rekening met allerlei gedragsnormen voor kinderen, zoals niet aan hun geslachtsdeel zitten in het openbaar en kleren dragen die passen bij hun gender. Hoewel er wel enig onderzoek is gedaan naar seksuele opvoeding, blijft vaak achterwege hoe ouders dit zelf ervaren en welke factoren van invloed zijn op hun seksuele opvoeding. Daar hebben we inzicht in gekregen met ons recente onderzoek, bestaande uit een kwalitatief onderzoek aangevuld met analyses uit de Monitor Seksuele Gezondheid (2023) en literatuur. In dit artikel gaan we in op het kwalitatieve onderzoek.
Onderzoeksmethode
In het kwalitatieve onderzoek is gewerkt met de methode van participatief actieonderzoek. Het uitgangspunt is dat je, om een doelgroep beter te begrijpen, niet voor hen moet spreken maar met hen (Torre et al., 2003). We hebben in dit onderzoek samengewerkt met vier co-onderzoekers die dicht bij de doelgroepen staan en die van begin tot eind betrokken waren bij het onderzoeksproces (van opstellen vragenlijst tot rapportage). In het onderzoek is gewerkt met semigestructureerde interviews. Alle interviews zijn getranscribeerd, gecodeerd en geanalyseerd, met toepassing van thematische analyse. De vier co-onderzoekers hebben de eerste analyse van feedback voorzien.
|
Aantal (n) |
|
Gender | Man | 36 |
Vrouw | 17 | |
X | 0 | |
Leeftijd | 30-42 jaar | 31 |
43-55 jaar | 22 | |
Kinderen met een beperking | Divers* | 12 |
Afkomst | Nederlands | 20 |
Marokkaans | 11 | |
Surinaams | 4 | |
Turks | 4 | |
Indonesisch | 4 | |
Antilliaans | 2 | |
Egyptisch | 2 | |
Divers** | 6 | |
Religies | Geen | 19 |
Islamitisch | 23 | |
Christelijk | 7 | |
Spiritueel | 2 | |
Joods | 1 | |
Hindoe | 1 | |
Woonregio | Stedelijk | 37 |
Platteland | 16 |
* Dit ging over licht verstandelijke beperking, visuele beperking, aandachtstekortstoornis/ADHD, autismespectrumstoornis/ASS, taalontwikkelingsstoornis/OS, spierdystrofie/EMD en hoogbegaafdheid.
** Diverse achtergronden waarvan elk één deelnemer: Brits, Duits, Israëlisch, Somalisch, Sri Lankaans, Tunesisch.
Tabel 1. Kenmerken deelnemers (n = 53)
Liever een grafische tabel? Bekijk de visual.
Hun input is meegenomen in het eindrapport. Dit onderzoek is goedgekeurd door de Ethische Commissie van de Universiteit Utrecht (filenummer 24-0305).
Onderzoeksgroep
De co-onderzoekers hebben ouders geworven om mee te doen. We hebben gemonitord op diversiteit qua geloof, gender, gezinssamenstelling, afkomst, stad/platteland en kinderen met/zonder beperking. In totaal zijn 48 interviews met ouders en één focusgroep met 5 ouders gehouden (zie tabel 1 voor kenmerken van de onderzoeksgroep).
Invloeden op seksuele opvoeding
Ouders hebben als primaire opvoeders de belangrijkste sleutels in handen om kinderen te ondersteunen bij een gezonde, veilige en gelukkige ontwikkeling. Ouders benadrukten het belang van seksuele opvoeding, maar vonden het niet altijd gemakkelijk om die te geven. Uit ons onderzoek kwam naar voren dat vijf elementen (zie figuur 1) invloed hebben op de seksuele opvoeding door ouders, waarbij de mate van invloed van deze elementen wisselt:
- hoe ouders de samenleving ervaren;
- zorgen van ouders over de relationele en seksuele ontwikkeling van hun kind;
- de eigen relationele en seksuele opvoeding en ervaringen van ouders;
- waarden van de ouders en hun omgeving;
- opvoeding binnen ideologische kaders.

Figuur 1. Invloeden op seksuele opvoeding
Hoe ouders de samenleving ervaren
Een van de thema’s die ouders bespraken in ons onderzoek was dat de wereld waarin hun kinderen opgroeien zo anders is dan toen zij kind waren. De invloed van sociale media en internet wordt hierbij veel genoemd. Daar krijgen kinderen en jongeren informatie en denkbeelden mee. Sommige ouders signaleerden dat de Nederlandse samenleving steeds preutser wordt (minder bloot, minder vrij), terwijl anderen juist vonden dat deze steeds losbandiger wordt (te veel aandacht in de publieke ruimte voor lhbtiqa+ en seksuele vrijheid).
Zorgen van ouders
Behalve over de veranderingen in de samenleving maakten de deelnemers zich ook zorgen over de invloed van de directe omgeving van hun kind. Ouders van basisschoolgaande kinderen maakten zich relatief weinig zorgen. Zij hadden doorgaans het gevoel dat ze wisten waar hun kinderen mee bezig waren. Ouders van kinderen boven de 12 jaar maakten zich meer zorgen. De meeste zorgen zijn van alle tijden: de risico’s op zwangerschap, soa’s, seksueel geweld, de invloed van leeftijdgenoten op alcohol/drugs/seks en de invloed van porno. Ouders van kinderen met een beperking maakten zich grotere zorgen over het risico op seksueel misbruik, doordat hun kind situaties met mensen (offline en online) minder goed kan inschatten en minder goed grenzen aan kan geven.
Eigen opvoeding en ervaringen
In de interviews werd duidelijk dat de eigen opvoeding van ouders doorwerkt in hoe zij hun kind opvoeden, wat ze willen meegeven en waar ze hun kind tegen willen beschermen. De deelnemende ouders zijn opgegroeid in verschillende gezinsculturen. Deze gezinsculturen hangen deels samen met religieuze en etnische achtergronden, maar ook met opleidingsniveau van de ouders, het wonen in de stad of op het platteland, en de bestaande subcultuur in families. Een van de verschillen tussen de gezinsculturen is de mate waarin er openlijk over seksualiteit werd gepraat. Veel ouders gaven aan dat openheid in hun eigen opvoeding ontbrak. Ze willen dat hun kind juist wel vragen durft te stellen en zich comfortabel voelt om over relaties en seksualiteit te praten. Hatice (Turks-Nederlandse moeder, 39 jaar) wilde vooral dat haar kinderen weten dat ze met alles bij haar terecht kunnen:
Kijk, in mijn jeugd was het kunnen praten met je ouders al best wel moeilijk. Je emoties delen. En vandaar dat ik daar juist heel veel belang aan hecht. Mijn kinderen moeten open en eerlijk tegen mij kunnen zijn, nergens bang voor hoeven te zijn. Ik ben je ouder, weet je, voor mij is het ’t belangrijkst dat jullie gelukkig zijn. Dat is het enige wat telt, serieus.
Een gebrek aan informatie maakte mensen kwetsbaar voor seksueel grensoverschrijdend gedrag, omdat ze niet goed herkenden wat er gebeurde. Ook werd door diverse vrouwen benoemd dat een gebrek aan informatie maakte dat ze in shock waren door hun eerste menstruatie. Rani, een Surinaams-Nederlandse vrouw van 45 jaar, vertelde dat ze haar dochter van 12 daarvoor wil behoeden:
Toen wist ik eigenlijk niet wat me overkwam. Ik vond het [ongesteld worden, red.] ook ontzettend rot. Dus ik ga dat anders doen, ik ga kijken waar ze aan toe is. Ik wil gewoon dat ze minder voor verrassingen komt te staan.
Deze ouders willen hun kinderen beter voorbereiden dan ze zelf voorbereid waren. Sommigen zijn nu veel meer open over seksualiteit naar hun eigen kinderen dan zijzelf hebben meegekregen, zoals Farah (Marokkaans-Nederlandse moeder, 33 jaar):
Ik heb echt veel te weinig geleerd of meegekregen over relaties en seks. Er werd niet over gesproken, echt een no-go. Dat is allemaal voor als je getrouwd bent. En verder ook nul informatie daarover, zeg maar. Zodanig ook wel dat de huwelijksnacht kwam en dat ik gewoon niet wist wat ik moest doen en dat het ook gewoon echt drie maanden niet lukte, omdat ik helemaal een black-out had. Dus ik ben echt heel slecht ingelicht. Dus ik plan dat wel heel anders nu bij mijn kinderen.
Waarden van ouders
Opvallend in het onderzoek is dat alle ouders, ongeacht hun etnische of religieuze achtergrond, grotendeel dezelfde waarden hebben in de opvoeding van hun kind(eren). Alle ouders willen dat hun kinderen veilig opgroeien en later op het gebied van relaties en seksualiteit gelukkig worden. Ook over andere waarden, zoals eigenwaarde, zijn er veel overeenkomsten tussen ouders. Bas, een Nederlandse man van 38 jaar, koppelde eigenwaarde aan je eigen pad kunnen gaan:
Alle lichamen zijn anders. Het is oké zoals je bent. Dus flexibiliteit en dat je iemand niet veroordeelt om hoe die is of hoe die eruitziet of wat die wil doen of wil zijn. Maar dat je zelf grenzen mag hebben en dat jouw grenzen ook goed zijn. Dat vind ik heel belangrijk, dat ze zelf hun eigen weg kiezen.
Ook willen veel ouders aan kinderen meegeven dat ze fouten mogen maken en dan nog steeds bij hun ouders terecht kunnen, dat hun liefde onvoorwaardelijk is. Ozan, een Turks-Nederlandse man van 43 jaar, vertelde hoe hij zijn zoontje ziet en wat hij hem toewenst:
Hij is heel sociaal en ik vind het heel fijn dat hij alles gewoon uitkraamt en alles gewoon zegt wat hij denkt, dat hij zich gewoon veilig voelt en niet hoeft te schamen. Dat vind ik heel belangrijk. Dat wil ik gewoon handhaven, zolang dat mogelijk is. Dat hij gewoon zichzelf is en dat hij niet andermans grenzen overschrijdt, maar niet dat hij altijd op eieren moet lopen, dat wil ik niet. Ook niet op seksueel, op niks niet eigenlijk, dat hij de hele tijd achterom moet kijken of zich minderwaardig moet voelen of gewoon dat soort dingen.
Een andere waarde die veel ouders wilden meegeven aan hun kind is dat hun kind respect heeft voor anderen, ook als die andere opvattingen hebben. Specifieke aandacht ging bij sommige ouders naar respect voor mensen die anders zijn dan zijzelf. Sommige ouders uitten specifiek dat hun zonen respect voor vrouwen en meisjes moeten hebben.
Veel ouders in ons onderzoek vinden gelijkheid en gelijkwaardigheid zeer belangrijk. Ze wensen hun kind toe dat het dezelfde kansen heeft als ieder ander kind en dat het niet gediscrimineerd of uitgesloten wordt (bijvoorbeeld omdat het een beperking heeft, of een migratieachtergrond, of tot de lhbtiqa+-gemeenschap behoort). Voor sommige ouders was hun eigen ervaring in de Nederlandse samenleving van invloed. Zo legde Hatice, een Turks-Nederlandse moeder van 39 jaar, ook het verband met haar eigen ervaring met discriminatie, waardoor ze heel alert is op het buitensluiten van anderen:
Natuurlijk, ik bedoel, als ik geen voorbeeld kan zijn, wie dan wel? Ik bedoel, ik ben zo vaak buitengesloten, omdat ik een hijab draag en een vrouw ben, puur voor mijn uiterlijk.
Dus jij weet hoe het is om uitgesloten te worden?
Natuurlijk, en dat mogen we never nooit doen.
Er zijn ook verschillen tussen ouders in waarden en opvoedstijlen. Bijvoorbeeld tussen een kind veel keuzevrijheid geven of juist duidelijke leefregels meegeven. Of tussen openheid geven in het bespreken van onderwerpen en meer terughoudend zijn. Maar in de praktijk blijkt dit een spectrum, waarbij ouders in de ene opvoedsituatie meer aan de ene kant en in een andere opvoedsituatie aan de andere kant zitten. Of bij het ene kind een andere opstelling hebben dan bij het andere, door hun inschatting over hoe weerbaar of impulsief bijvoorbeeld het kind is.
Opvoeden binnen ideologische kaders
Iedereen heeft bepaalde ideologische denkbeelden (denk aan mensbeelden en waarden) en morele kaders. Voor ouders zijn dit de kaders die ze ook in de opvoeding van hun kinderen willen overdragen. Meestal gaat dit zonder nadruk, als vanzelf. Als er wrijving is tussen verschillende morele kaders, staan ouders voor de uitdaging hoe ze de ‘thuis’-cultuur met de ‘buiten’-cultuur matchen. Dit hoorden we bijvoorbeeld van ouders die merkten dat hun kinderen door influencers stereotiepe denkbeelden over mannelijkheid en vrouwelijkheid kregen.
We hoorden dit ook van ouders die vanuit hun religie morele kaders wilden meegeven en merkten dat hun kinderen in de buitenwereld met andere ideeën over relaties en seksualiteit in aanraking kwamen. Ouders willen hun eigen morele regels doorgeven, maar hun kinderen ook leren om zich te bewegen in de veelvormige Nederlandse samenleving. Malik, een Marokkaans-Nederlandse man van 41 jaar, gaf als voorbeeld hoe hij omging met de vragen van zijn kind over homoseksuele mannen die met elkaar trouwen. Hij reflecteerde:
En dan zeg je: ‘Wij zijn moslims. Bij moslims zijn het een man en een vrouw die trouwen.’ ‘Maar zijn er ook geen moslims die dan met elkaar …?’ Ik zeg: ‘Ja, die zijn er ook en die kiezen daarvoor.’ Dat is gewoon heel spannend, want je wilt niet aan de ene kant zeggen van: ‘Alles kan’, want dan geef je ook niet het eerlijke verhaal en je wilt ook niet aan de andere kant zeggen: het is slecht en het mag niet. Ergens hoop ik dat als je die balans gewoon maar blijft geven, dat ze dat langzamerhand ook internaliseren en zien dat ze dus op een soort koord bewegen. En af en toe val je naar links en af en toe val je naar rechts … en soms gaat het goed, soms niet. Nou, dat is het leven, denk ik.
Relationele en seksuele vorming op school
In het onderzoek hebben we ook gevraagd welke rol ouders de school toeschrijven rondom de seksuele opvoeding van hun kind en hoe ze denken over relationele en seksuele vorming. De meeste ouders vonden dat school een aanvullende rol speelt in de seksuele opvoeding van hun kind. Ze bouwen hier thuis vaak op voort. Sommige ouders hadden wel vragen over de invulling van relationele en seksuele vorming, zoals de leeftijd waarop deze wordt gegeven en de thema’s die worden behandeld. Het bespreken van bepaalde thema’s wordt door sommige ouders gezien als het ‘seksualiseren’ van kinderen of ontnemen van kinderlijke onschuld. Soms zijn ouders ook bang dat het bespreken van seksualiteit kinderen aanzet tot experimenteren, al blijkt uit internationaal onderzoek dat goede relationele en seksuele vorming juist leidt tot betere voorbereiding op seksuele keuzes en een latere seksuele start (Goldfarb & Lieberman, 2021). Er blijkt uit ons onderzoek een enorme diversiteit tussen ouders, ook tussen ouders uit dezelfde etnisch-culturele groep. Zo waren er onder de vaders met een Marokkaans-Nederlandse achtergrond zowel vaders die Paarse Vrijdag zagen als een normaal onderdeel van het onderwijs, als vaders die Paarse Vrijdag ervaarden als opgedrongen ideologie. Dat laat zien dat we niet zozeer naar culturele achtergrond moeten kijken om verschillen tussen ouders te verklaren, maar naar welke houding iemand heeft over relationele en seksuele vorming.
Sommige deelnemers gaven aan dat er door school spanning ontstond tussen de thuis- en buitencultuur. Bijvoorbeeld bij het spreken over seksueel actief zijn buiten een huwelijk of vaste relatie, of bij onderwerpen zoals seksuele en genderdiversiteit en het bespreekbaar maken van plezier in seksualiteit. Daarover bestaan veel verschillende visies. Ouders hebben de wens dat er ruimte is voor hun waarden en dat er een dialoog met school mogelijk is over verschillende visies.
Opvoedondersteuning
De ouders die deelnamen aan ons onderzoek vonden seksuele opvoeding heel belangrijk, maar niet altijd gemakkelijk om deze te geven. Ze willen hun kinderen begeleiden en hun vragen op zorgvuldige wijze beantwoorden, maar ze vragen zich vaak af welke onderwerpen ze moeten bespreken, op welke wijze en wanneer. Hierbij valt op dat ouders van jonge kinderen willen weten wat leeftijdsadequaat is om te bespreken, terwijl ouders van pubers het ‘ongemakkelijke gesprek’ willen voorkomen. Ouders maken gebruik van zoekmachines zoals Google, op zoek naar antwoorden, concrete handvatten en voorbeelden. Belangrijk hierbij is dat zij bewust zoeken naar informatie die aansluit bij hun eigen waarden en die hun niet oplegt hóe ze moeten opvoeden. Ouders zoeken ook steun bij vrienden met kinderen of familieleden met vergelijkbare waarden. In sommige gevallen raadplegen ze een expert of gaan ze naar de GGD. Ze hebben behoefte aan een centrale, laagdrempelige plek waar ze informatie en vragen over seksuele opvoeding kunnen delen, waar verschillende perspectieven op seksuele opvoeding naast elkaar mogen bestaan.
Aanbevelingen voor de praktijk
Uit ons onderzoek komen verschillende aanbevelingen voor de praktijk voort. Voor scholen is de belangrijkste aanbeveling om de dialoog aan te gaan met ouders over relationele en seksuele vorming en een partnerschap met ouders aan te gaan. In een dialoog kan er uitwisseling plaatsvinden over de waarden die de school én de ouders belangrijk vinden. Uit dit onderzoek komt naar voren dat ouders veel waarden delen, zoals veiligheid, eigenwaarde, respect voor anderen en gelijk(waardig)heid. Dezelfde waarden liggen ook ten grondslag aan relationele en seksuele vorming. Ouders hebben behoefte aan transparantie: het bieden van inzicht in de inhoud van relationele en seksuele vorming per leerjaar kan al veel weerstand wegnemen. Daarnaast willen ouders zich gehoord voelen in hun zorgen en waarden.
Naast scholen kunnen opvoedondersteuners een belangrijke rol spelen. Op basis van ons onderzoek kunnen we de volgende tips meegeven:
- Respecteer de waarden die ouders willen overbrengen op hun kind. Door dit met ouders te bespreken, erken je hun positie als ouders én kun je beter begrijpen waar hun emoties vandaan komen.
- De veiligheid van hun kind, eigenwaarde, respect voor anderen en gelijk(waardig)heid zijn waarden die alle ouders delen. Deze gedeelde waarden helpen om in gesprek te gaan over hun vragen en onzekerheden en overstijgen verschillen.
- Neem de tijd voor een dialoog en verken met de ouders wat hun zorgen zijn en welke ondersteuning ze nodig hebben.
- Creëer laagdrempelige mogelijkheden voor uitwisseling tussen ouders. Elke ouder zit met zorgen en onzekerheden, het is waardevol dit te kunnen delen met andere ouders.
- Zoek samenwerking met andere opvoedprofessionals, zoals scholen, de GGD en wijkteams. Hier liggen kansen voor partnerschap met ouders, scholen en opvoedprofessionals om een gezamenlijke aanpak te ontwikkelen die zowel thuis als op school werkt.

Dr. Marianne Cense is senior onderzoeker bij Rutgers, gespecialiseerd in kwalitatief onderzoek. Ze promoveerde op sexual agency van jongeren, aan de VU; m.cense@rutgers.nl

Javier Koole MSc is socioloog met expertise in kwalitatief onderzoek. Hij werkt momenteel als onderzoeker bij Rutgers, expertisecentrum voor seksualiteit; j.koole@rutgers.nl

Assia Nait Kassi MSc is gedragswetenschapper met expertise in kwalitatief onderzoek. Zij werkt als zelfstandig onderzoeker op het gebied van gezondheid en sociale vraagstukken; a.naitkassi@mentaledgroup.com

Dr. Charifa Zemouri is een zelfstandige gezondheidswetenschapper met expertise in onder meer infectieziektebestrijding, richtlijnontwikkeling en institutionele gezondheidsverschillen; zemouricharifa@gmail.com

Chamid Sulchan MSc is Gezonde School-adviseur met expertise in relationele en seksuele vorming. Hij geeft trainingen aan scholenteams en ouderbijeenkomsten over relationele seksuele vorming; csulchan@ggd.amsterdam.nl

Anne Nales is Consulent Seksuele Gezondheid NVVS en eigenaar van Amantes Amentes Advies en Begeleiding. Zij biedt hulp en begeleiding op het gebied van seksuele gezondheid aan kinderen en jongeren tot 25 jaar met een beperking en/of diagnose in het neurodiverse spectrum; info@amantesamentes.nl

Alicia Euwema MSc is pedagoog en gezondheidswetenschapper. Zij werkt momenteel als senior projectmedewerker voor Soa Aids Nederland; aeuwema@soaaids.nl
Meer lezen?
- Het hele rapport is te vinden via rutgers.nl/onderzoek.
- Meer informatie voor ouders over seksuele opvoeding staat op: www.seksueleopvoeding.info.
- Het rapport Monitor Seksuele Gezondheid 2023 is te vinden via rutgers.nl/onderzoek.
- Klik hier voor de volledige literatuurlijst bij dit artikel.
1. Alle namen in dit artikel zijn pseudoniemen, om de privacy van deelnemers te beschermen.